Een vrouw van middelbare leeftijd komt naar de balie en wenkt me naar hem, terwijl ze zoekt haar portemonnee voor iets.
Vrouw: “Bent u de apotheker?”
Pharmama: “Ja?”
Vrouw (trekt een Ziplock plastic zakje uit haar tas) “je zou Kunnen een kijkje nemen?”
(Ze violen op de bovenkant van de plastic zak) “Zijn de luizen?”
Pharmama: (enigszins hectische): “Haaaalt! Open hem dan niet!!”
Vrouw (loopt vast in het midden van de beweging): “Maar …”
Pharmama: “ik kan kijken in de zak.”
(een korte blik): “Ja … deze zijn luizen.”
… en ze waren nog in leven. Nee, ik heb het niet nodig op mijn teller.
Nee, nee, nee …